'Om het anker goed vast te zetten, is er storm nodig.'
Ze zat aan het hoofd van de tafel, achter haar bord. De leuningen van de stoel waren tot aan de tafel geschoven. Een theedoek op haar schoot. Een vest om haar schouders. Het hoofd naar beneden gericht. De rug krom. De armen voor het lichaam, wachtend op wat komen ging. De handen scheef, als je dat van handen zeggen kan. Even keek ze naar me op, maar haar ogen keken mij niet aan. Haar haar viel voor haar gezicht, niets voor haar. Ze zei dat ze het allemaal maar over zich heen liet komen. Dat ze anders gek werd. Als ze over alles ging ‘prakkiseren’. Ik knikte, ze had gelijk. Ik was allang gek geworden. Ik prakkiseer dan ook te veel.
Ik zat aan haar linkerhand en vroeg wat ze op haar brood wilde. Ze keek de tafel rond. Haar blik bleef rusten bij het vleeswaren. Plakjes boterhamworst, nog in de verpakking. Ik trok het plastic los, ze vond me sterk, en pakte met mijn vingers, dat mocht, een plakje dat ik op haar brood legde. Mijn vingers werden vettig. Ik sneed het brood in kleine stukjes, ik schoof drinken naar haar toe, stak er een rietje in. Ik maakte de afgekoelde chocomel na tien minuten nog eens warm. Ik viste de velletjes eraf. Ik keek terwijl ze al haar energie in het eten en het drinken stak. Ik werd al plaatsvervangend moe bij het aanschouwen. Het kauwen van het brood. Het stukje brood naar de mond brengen. Het zuigen door het rietje. Het slikken. Met een theelepeltje at ze vla uit een bakje. Af en toe gluurde ze opzij, als ze dacht dat ik het niet zag, of ik míjn brood wel at. Het voelde als een knipoog. Met elk hapje, met elke inspanning, boog haar hoofd dieper over de tafel. Haar neus raakte de vla bijna. Na iedere hap, na ieder slokje, zei ze dat het lekker was, maar dat ze nú wel vol zat. Een half broodje, een paar slokjes chocomel, een paar slokjes vers geperste sinaasappelsap, en één slok water met medicijn. De hapjes vla niet te vergeten. Ik knikte terwijl ze vroeg of de chocomel die voor haar stond voor haar was. Ze had er net al van gedronken. Ik luisterde, terwijl ze hetzelfde verhaal voor de vijfde keer binnen het uur vertelde. Ik antwoordde op haar vragen, waaruit bleek dat ze wist wie ik was en wat ik deed, van verleden tot heel recent. Ik verbaasde me over die helderheid en het contrast. Alles wist ze. De rest liet ze over zich heen komen. Ze vroeg of ik met haar mee wilde lopen naar het toilet. Ze vroeg om hulp. En daarin toonde ze zich net zo sterk als ze altijd was geweest.
Ik zou voor niemand anders vleeswaren hebben gepakt met mijn blote handen.
Ze rende door de gangen, achter haar rollator aan. Het was of ze zich bewijzen wilde, zo hard ze ging met kleine stapjes. Het hoofd hing scheef, haar ogen konden alleen naar de grond kijken en niet omhoog, maar ze stapte voort. Alsof haar leven ervan afhing. Ik liep naast haar en hoorde hoe haar schoenen terecht kwamen op de vloer. Mijn eigen voeten hoorde ik niet. Het was alsof ik er niet was. Ik rende met háár mee. Verbitterd en gelaten. Zo zou ik het noemen, als ik het benoemen kon. Een tafel en wat stoelen kwamen in mijn zicht. Een hoekje voor bezoek. We gingen zitten. Ik schoof haar stoel opzij, hielp haar zitten. Ze zei dat ik de rollator op de rem moest zetten. Het anker van het schip. Ik ging naast haar zitten. Ik keek haar aan, probeerde. Zij mij niet, vluchtig weg. Even. Naar het oneindige. Ze praatte alsof ze een versje opzei, uit haar hoofd. De intonatie was verdwenen. Ik denk dat er heel veel zat, in haar hoofd, maar ze liet het zijn, zoals ze was.
Het water was stil. Die dag.
Zo sterk en zo teder. Het water was stil die dag. Het raakt me diep, je verhaal.
BeantwoordenVerwijderenDankje. Stil is beter. (er stond rustig) ;-)
VerwijderenOngelooflijk beschreven. ZO herkenbaar ...
BeantwoordenVerwijderenBeklijvend verhaal... mooi herkenbaar.
BeantwoordenVerwijderenDoet me denken aan hersenschimmen. Anker van het schip, een zinkende.
BeantwoordenVerwijderenEen zinkende... hmmm, dat is weer een andere invalshoek... Wordt dat in Hersenschimmen zo genoemd? Als anker? Toch nog eens herlezen:-) Dankje.
VerwijderenJeetje wat treffend. Echt uit het leven gegrepen, heel mooi.
BeantwoordenVerwijderen