Ineens wilde ze blijven waar ze was, waar dat dan ook was. Als ze maar niet weg hoefde te gaan. Het weggaan kostte zoveel energie. Ze wist niet goed waarom. Misschien was het de terugkomst, de thuiskomst. Misschien was dat waar ze tegenop zag. Misschien bleef ze liever weg. Van thuis hoefde ze nooit afscheid te nemen, thuis stelde niet veel voor. Thuis was altijd tijdelijk. Thuis was geboren uit noodzaak. Alles wat ze had droeg ze met zich mee. Thuis was maar een naam voor een plek, niet meer dan dat. Het gevoel vond ze bij mensen. Mensen op andere plekken. Mensen en plekken waar ze geen afscheid van kon nemen, al zou het moeten. Mensen en plaatsen waar ze aan gewend raakte als ze er was. Ze slurpte de vertrouwdheid op. Ze zoog het diep naar binnen. Maar zodra ze het gevoel van thuis kreeg, was het weer tijd. Tijd om weg te gaan. Het sloopte en het brak. Het vrat en het stak. Altijd maar onderweg. Onderweg naar rust, die eenmaal gevonden overging in onrust, vanwege het altijd naderende vertrek. De dagen die verstreken, de uren die weg tikten, de minuten die vergleden, de momenten die aan haar voorbij flitsten.
Het was een vermoeiende reis. Ze werd er misselijk van. Ineens. Het was erin geslopen. Alleen als ze zelf aan het stuur zat, dan ging het. Dan bleef het achterwege: de reisziekte. Maar liever liet ze het stuur aan een ander over, omdat het dan ging, zoals het was. Omdat het dan één ding was, dat hetzelfde bleef. Zo kon ze wegdromen, in vervoering. Niemand moest haar zeggen dat ze uit moest stappen. Niemand, nooit. Dat was het kwaadste wat je haar kon doen. Je moest haar laten blijven, waar ze was, en met haar meegaan, waar ze ging.
...
Een beklijvend geschreven verhaal @->--
BeantwoordenVerwijderenEen reisverhaal om te blijven herlezen...
BeantwoordenVerwijderenJe weet me wel vast te houden, hè.. Prachtig!
BeantwoordenVerwijderenEen zoekende doler die pas vindt als ze stopt met zoeken.
BeantwoordenVerwijderenSimpelAlleenRijkInOntwikkeling