Als hij de ruimte inkwam, merkte ze het altijd direct. Het
was of ze zijn aanwezigheid voelde nog voor ze hem zag. Zijn aantocht was voldoende. Onopvallend zochten haar ogen de ruimte af en ze had altijd
gelijk. Ze deed of ze hem niet zag tot hij naar haar toekwam. Hij kwam altijd
naar haar toe. Dan kon ze niet anders dan hem aankijken. Zijn ogen zogen die
van haar naar zich toe. Als hij haar tijdens zo’n gesprek even aanraakte, ging
er een schok door haar heen. Het duurde altijd te kort. Het was moeilijk de
balans te vinden. Ze wilde verdrinken in zijn aandacht, maar het kon niet. Hij
wist het ook en het was of ze een stilzwijgend verbond hadden gesloten alleen
met hun ogen te spreken. De woorden die ze spraken, kregen nooit de kans écht
ergens over te gaan. Toch wist ze dat hij haar begreep en zij hem.
Ze voelde een misplaatste jaloezie als hij zijn aandacht aan
iemand anders schonk en ze hield dat altijd nauwlettend in de gaten. Soms
zonderde ze zich af. Buiten hapte ze naar frisse lucht en ademde diep in voor
ze de ruimte weer inging om zich te vermannen. Ze haastte zich. Ze vervloekte
zichzelf erom.
Als hij tijdelijk de ruimte verliet, bleef ze naar de deur
kijken tot ze hem weer zag verschijnen. Wanneer het tijd was om afscheid te
nemen, was dat het enige moment dat ze hem niet aan kon kijken. Ze bleef
onrustig zo lang hij in de buurt was en nog dagen daarna voelde ze de echo. Dan
was het of ze een enorme kater had. Hij was weg en contact zoeken kon niet. Ze
was chagrijnig zonder reden, ogenschijnlijk.
Als hij tijdelijk de ruimte verliet...
BeantwoordenVerwijderenDan vond ik het bijna jammer dat ik niet rookte, dat was een makkelijk contactmoment geweest...(oftewel, herkenbaar!)
Haha, stak je daar niet ééns een sigaret voor op? ;-)
Verwijderen