Het kind in haarzelf, hij moest eens weten. Hij moest eens weten dat er inderdaad een kind in haar groeide, en dat ze dat nog maar net wist. Ze vroeg hem hoe het was. Hoe zijn kinderen waren. Ze waren leuk, maar op regelmatige basis erg vermoeiend. Zo antwoordde hij haar: op regelmatige basis erg vermoeiend. "Wat had je dán gedacht?" zei ze. Hij: "Ik dacht dat jij inmiddels ook wel een moeder zou zijn." Hij probeerde het gesprek weer naar haar kant te draaien, maar ze was geenszins van plan te vertellen hoe haar situatie was, hoezeer ze ook wilde toegeven aan zijn blik, die ze maar al te goed kende. Ze zou er niets mee opschieten. Hij kon haar niet helpen. Hij wilde alleen maar dat zij hém hielp. Dat was wat ze dacht. Hij had geen idee van zaken die buiten de standaard om gingen, dat was altijd al zo geweest. De reden waarom het stukliep tussen hen. "Moet je niet naar huis? Zit je vrouw niet met het eten te wachten?" Haar stem klonk snauwerig nu. Hij verweerde zich door op te merken dat hij goed voor zichzelf kon zorgen. En dat hij hoopte dat zij dat ook deed. Hij liet er een stilte op volgen die zij niet doorbrak.
...
Mooi geschreven!
BeantwoordenVerwijderenHerkenbaar...ergens :-) Mooi omschreven!
BeantwoordenVerwijderen