Ze stootte steeds weer op dezelfde muur. Nee, ze botste. Hard. Ze voelde het in haar hoofd. Het drong binnen en het duizelde er rond. Het gevoel. Het was een gevoel in haar hoofd. Een hardnekkig gevoel. Ze wilde het met haar handen tegen haar oren dempen. Haar hart wist het. Het gevoel vertelde haar dat ze moest stoppen met breken. Ze moest de muur laten voor wat het was, dan zou hij vanzelf afbrokkelen. Door de tijd. Door het lot en goed geluk. Of niet, met echo. Dat zei het gevoel in haar hoofd allemaal.
Maar het verstand van haar hart bleef maar proberen, opnieuw en opnieuw en opnieuw. Steeds harder botste ze. Steeds meer ging ze eraan kapot. Maar opgeven kon ze niet. Ze botste liever dan dat ze de muur nooit meer tegenkwam. Ze wilde er niet omheen. Nooit. Ze wilde er alleen maar dwars doorheen. Soms leek het te lukken, dan zou ze zweren dat ze er bijna was en dan voelde ze de stenen achter zich. Dan zag ze wat ze al overwonnen had. Dan wilde ze nog harder doorbreken, overmoedig geworden. En enthousiast omdat het kon. Dan had ze zicht op wat daarachter was. Het vulde haar met energie.
Totdat ze weer terug werd gegooid achter de muur. Door het cement vanbinnen en de leegte die er heerste tussen de lagen. De leegte van alles samen. De leegte en de onverklaarbaarheid. De zieke insecten. Het verborgen leven. De isolatie die te stevig was. De isolatie waar ze zelf aan had meegewerkt, onbewust, maar achteraf. Ze had geprobeerd de muur te negeren en niet meer aan de andere kant te komen, maar steeds weer dook hij op. Alsof hij zich met haar meeverplaatste.
Ze hoorde het geroep van de andere kant. Het riep háár, en het bereikte haar. Diep vanbinnen. Het verscheurde haar. Maar wanneer ze terugriep, was het stil. Onbereikbaar geworden. Dan zakte ze neer tegen de muur om daar te blijven zitten. Dan stak het gevoel in haar hoofd weer de kop op. En haar hart. Haar hart dat deed zo’n zeer. Machteloos bonkte ze met haar vuisten tegen de muur. Ze schreeuwde tegen de stenen dat ze opzij moesten gaan, omdat het nodig was. Het was zó hard nodig. Ze stampte op de aarde en trapte tegen de muur met al haar kracht, maar die gaf niet mee.
En dan legde ze haar hoofd tegen het koude steen en wreef zachtjes het vuil eraf. Dan fluisterde ze lieve woordjes oneindig lang.
...
Mooi. Gevoel in je hoofd. Verstand in je hart. De leegte die heerst tussen de lagen. De leegte van alles samen.
BeantwoordenVerwijderenEr is teveel moois in dit blog dat ik hier zou willen herhalen. Knap van je!
Ik lees het onvermijdelijke. De muur die een cirkel is. De muur die opsluit zodra erbinnen. De muur die buitensluit zodra erbuiten.
PS
Op de iPad reactie typen werkt niet. Die raak ik kwijt als ik op publiceren druk. Nu even opnieuw via desktop boven.
De muur als cirkel. 'Mooie' aanvullende gedachte hierbij. 'Mooie' dan uiteraard tussen vette aanhalingstekens, het is maar wat je mooi noemt. ;-)
BeantwoordenVerwijderenProberen... telkens en telkens weer. Wat een beklijvend schrijven is dit.
BeantwoordenVerwijderen